Tandheelkundige Informatie

Wijzigingen m.b.t. frondtandvervanging

Een andere belangrijke wettelijke wijziging is dat de leeftijdsgrens voor frondtandvervanging vanuit de basisverzekering is verlengd van 18 jaar naar 22 jaar. Het ontbreken of verlies van de te vervangen tand moet voor het 18e jaar hebben plaatsgevonden, maar behandeling mag later plaatsvinden in verband met volgroeiing van de kaak. Deze kosten worden vergoed vanuit de basisverzekering. Vanaf 18 jaar geldt wel het eigen risico.

Algemene informatie over een orthodontische behandeling

Deze informatie is bedoeld om u uit te leggen wat orthodontie is, wat orthodontie voor u of uw kind kan betekenen en wat u als patiënt zelf moet doen om een behandeling met een goed resultaat af te ronden.
Meer dan in enige andere tak van de tandheelkunde is orthodontie een samenwerking tussen patiënt/ouders van de patiënt en de tandarts. Beugelbehandelingen duren in de regel één tot drie jaar. Het resultaat is erg afhankelijk van hoe trouw en nauwkeurig de patiënt de instructies opvolgt. De behandeling verloopt in bijna alle gevallen zoals gepland, maar een optimaal resultaat is niet in alle gevallen te garanderen indien de medewerking tegenvalt of moeder natuur tegenwerkt. Hoe lang een behandeling duurt, hangt af van de ernst van het probleem, de groei van de patiënt en de mate van medewerking. De geschatte behandelingsduur bij het behandelplan benadert in de regel de werkelijke duur, maar een behandeling kan uitlopen als bijvoorbeeld de groei anders verloopt dan verwacht, de wisseling trager verloopt of als de medewerking van de patiënt niet optimaal is.
Voor aanvang van de behandeling wordt aan de hand van de verzamelde gegevens in de vorm van foto’s, gebitsafdrukken/scans en röntgenfoto’s een behandelplan opgesteld. Dit behandelplan wordt met de patiënt/de ouders besproken.

De medewerking van de patiënt (en ouders) is essentieel en betekent:

– het handhaven van een goede mondhygiëne
– het nakomen van de afspraken. Wettelijk gezien is de school verplicht vrij te geven voor afspraken bij een tandarts. Onder het nakomen van afspraken valt ook het dragen van de beugel en het dragen van elastieken volgens de instructies.
– vermijden van hard voedsel dat de apparatuur kan beschadigen en minimaliseren van zoet of plakkerig voedsel dat de tanden kan aantasten.
– contact opnemen indien de beugel kapot is, ook als er binnenkort al een afspraak staat.
Als er om enige reden een behandeling voortijdig wordt beëindigd, kan dit leiden tot negatieve gevolgen voor het gebit van de patiënt.
Bij gebleken langdurige slechte mondhygiëne, waardoor er blijvende schade aan het gebit kan ontstaan, zullen wij helaas genoodzaakt zijn om vroegtijdig de behandeling te stoppen.
Een beugelbehandeling is, zoals elk medisch handelen, niet geheel vrij van risico’s. De risico’s zijn echter zeer minimaal en zullen uiteraard op iedere mogelijke manier worden getracht te voorkomen.

De voornaamste risico’s tijdens een beugelbehandeling zijn:

1. Cariës (gaatjes), gingivitis (tandvleesontsteking) en blijvende verkleuringen (ontkalkingen) op tanden en kiezen kunnen ontstaan wanneer de patiënt veel suikerhoudende producten eet en/of niet regelmatig of niet zorgvuldig het gebit poetst. Deze risico’s bestaan uiteraard altijd, maar zijn groter tijdens een beugel behandeling. Daarom krijgt elke patiënt bij het begin van de behandeling een mondhygiëne-instructie. Voorts dient ook uw eigen tandarts de gezondheid van het gebit en tandvlees tijdens de beugel behandeling te blijven bewaken.

2. De lengte van de wortels van enkele tanden of kiezen kan lichtelijk afnemen tijdens de behandeling (zgn. wortelresorptie). In het algemeen heeft dit geen consequenties, doch bij enkele patiënten kan dit fenomeen versterkt optreden.

3. Wanneer er -met name bij volwassenen- reeds voor aanvang van de behandeling sprake is van een tandvleesaandoening (gingivitis) of aandoening van het tandondersteunende kaakbot (parodontitis), of een voorstadium hiervan, kan de gezondheid van het tandvlees en kaakbot negatief beïnvloed worden tijdens een beugel behandeling. In dit soort gevallen kan het soms verstandig zijn in het geheel niet aan een behandeling te beginnen of pas te starten als de behandelend parodontoloog toestemming heeft gegeven voor de orthodontische behandeling.

4. Incidenteel kunnen er kaakgewrichtsklachten ontstaan, die pijn in het gewricht, hoofd- of oorpijn veroorzaken. Deze klachten kunnen echter ook ontstaan wanneer er geen beugel behandeling plaatsvindt. Een oorzakelijk verband is dan ook niet aantoonbaar. Deze klachten zijn meestal van voorbijgaande aard.

5. Door een beschadiging van een tand of kies of door het hebben van een grote vulling kan de zenuw van de tand beschadigd zijn. In enkele gevallen kan een beugel behandeling klachten hieraan opleveren, waardoor een onvoorziene behandeling noodzakelijk kan zijn.

6. Normaal gesproken kunnen na het plaatsen of bijstellen van de beugel de tanden en kiezen enkele dagen gevoelig zijn. Deze periode en de mate van gevoeligheid varieert van patiënt tot patiënt. Bij breuk of losraken van apparatuur of bij ongewone klachten dient u contact met de praktijk op te nemen voor overleg of om een afspraak voor herstel te maken. Eventueel kan in geval van pijn een pijnstiller worden genomen maar vermijdt langdurig gebruik van pijnstillers.

7. Met een beugel moet je zorgvuldig omgaan. Delen van een beugel kunnen in hoogst uitzonderlijke gevallen per ongeluk ingeslikt worden of in de luchtpijp terecht komen. Ook kan de apparatuur de slijmvliezen irriteren. Bij breuk, het losraken van apparatuur of beschadiging van buitenaf kunnen de wangen, lippen, tong of gedeelten van het mondslijmvlies beschadigd raken.

8. In sommige situaties zijn, in het kader van beugel behandeling, het trekken van kiezen of een chirurgische behandeling noodzakelijk. Dit zal altijd vooraf met u besproken worden.

9. Wanneer er afwijkende, onvoorziene kaakgroei tijdens of na de behandeling optreedt die het behandelresultaat nadelig beïnvloedt, kan aanvullende behandeling of kaakchirurgische correctie een overweging zijn.

10. De duur van een behandeling is erg moeilijk in te schatten; onder andere slechte medewerking bij het dragen van de apparatuur, breuk en/ of losraken daarvan. Slechte mondhygiëne en het niet nakomen van afspraken kunnen de behandelingstijd verlengen en de eindresultaten negatief beïnvloeden, evenals trage tandverplaatsingen of een moeilijk te corrigeren groeipatroon.

11. Tanden en kiezen hebben na een beugelbehandeling de neiging gedeeltelijk terug te schuiven naar hun oorspronkelijke stand. Daarom is optimale stabilisatie middels zogenaamde retentieapparatuur in de vorm van een vastgeplakt spalkje/draadje en/of een uitneembare (nacht) beugel meestal noodzakelijk. Omdat na afloop van de behandeling geen regelmatige controles meer plaatsvinden, is de patiënt zelf verantwoordelijk voor het naleven van de mondelinge en/of schriftelijke instructies die voor de retentiefase gegeven worden. In bepaalde situaties, zoals bij forse en onvoorziene kaakgroei, mondademhaling, verhoogde tongdruk of afwijkende mondgewoontes kan het behaalde behandelresultaat minder stabiel zijn. Overigens dient men te beseffen dat in alle gebitten – dus ook die niet orthodontisch behandeld zijn – met toenemen van de leeftijd de positie van tanden of kiezen verandert. Dit is een normaal verouderingsproces, waarover ook een tandarts geen controle heeft.

12. Door de verscheidenheid in grootte en vorm van tanden en kiezen kan na een beugel behandeling een aanvullende tandheelkundige behandeling wenselijk zijn om een optimaal resultaat te bereiken. Hierbij valt te denken aan composiet-restauraties , kroon- en brugwerk en parodontale therapie.